In 1995, net voor het verschijnen van ‘De vriendschap’ (zie deel 1) overleed Ischa Meijer, met wie Connie Palmen een relatie bleek te hebben. In 1998 verscheen ‘I.M.’ Het deed me minder dan ‘De vriendschap’, ik geloof dat ik het vooral als kennisgeving aannam. Ik las het als een verslag van de Grote Intense Liefde die zij blijkbaar voelde voor Ischa.
Bijna dertig jaar later las ik Ischa Meijers biografie Alles gaat op vroeger terug, Ischa Meijer (1943-1995) door Annet Mooij (2023). Wat me daarin vooral opviel was de relatief ondergeschikte rol die Connie Palmen volgens de biografe speelde.
Eerlijk gezegd zat ik te wachten op de komst van Connie, die onder hemels bazuingeschal Ischa’s (en haar) leven volledig zou omgooien. Dat was namelijk de indruk die ik uit ‘I.M.’ had overgehouden. Maar als ik de biografie mag geloven, is Connie een relatief kort hoofdstuk in een lange reeks van aanbeden en vervolgens gedumpte vrouwen. In de biografie is ze net geen voetnoot, maar het scheelt niet veel.
Uit de biografie komt Ischa Meijer naar voren als een tamelijk getroebleerd persoon. De grote kwetsuur is de afwijzing door zijn ouders. Hij is een tweede generatie oorlogsslachtoffer, een kind van getraumatiseerde ouders die het concentratiekamp Bergen-Belsen hadden overleefd, maar die daarna een zeer geïsoleerd leven leidden met veel verbroken vriendschappen en gestrande intieme relaties. Ook met hun drie kinderen braken zij.
Ischa begaf zich met wisselend succes op het terrein van zang, toneel, columns en journalistiek. Maar in één vaardigheid blonk hij uit: het diepgravende interview. Zijn interview met Annie M.G. Schmidt is niet voor niets gekozen tot beste interview van de eeuw.
Achter-de-handjes
Het andere waar hij in uitblonk was zijn ongelofelijk egocentrische, zeg maar hufterige gedrag ten opzicht van zijn omgeving en vrouwen in het bijzonder. Zijn modus operandi was ‘hit & run’. Hij begon met ‘love bombing’ en daarna kwam de ‘ghosting’. Als hij een vrouw (en soms man) leuk vond dan overlaadde hij haar met aandacht, complimenten en cadeautjes. Meestal zwichtte die vrouw. Als de fase van hofmakerij voorbij was, begon hij haar te kleineren. De relatie ‘verzuurde’ en hij ging op zoek naar een volgend slachtoffer. Zonder enige waarschuwing of uitleg trok hij dan bij zijn nieuwe object in, zijn ex in opperste verwarring achterlatend. Daarnaast had hij ook altijd nog een paar vriendinnen in de coulissen als ‘achter-de-handjes’.
Dit patroon waarbij hij vrouwen gebruikte tot dat hij de volgende tegenkwam, gold niet alleen in zijn liefdesleven. Ook mensen met wie hij samenwerkte, palmde hij met veel bombarie in, waarna hij ze rücksichtslos kon kleineren en/of dumpen.
‘Love bombing’, ‘ghosting’ en het aanhouden van ‘achter-de-handjes’ zijn typisch narcistische gedragingen. Hoewel hij slechts één keer narcistisch genoemd wordt in de biografie, is het patroon toch wel duidelijk: hij was een narcist. Wat opvalt bij Ischa is een andere vaardigheid die je trouwens vaker bij narcisten tegenkomt: hij had een bijzondere radar en een kameleontisch vermogen om naadloos in te spelen op de behoeften van een ander. Sommige narcisten geven je daarmee het gevoel dat ze je begrijpen zoals je nog nooit door iemand begrepen bent. Dit kwam hem goed van pas bij zijn interviews. Hoe ze dat doen, daar kom ik nog op terug.
Narcisten worden vaak afgeschilderd als gewetenloze manipulatoren die alleen maar op hun eigen behoeftebevrediging uit zijn en die een spoor van vernieling achterlaten, zowel zakelijk als privé. Maar narcisten zijn voor de buitenwacht ook vaak helden. In discussies over grensoverschrijdend gedrag is de charismatische en succesvolle kant van narcisten een voortdurende bron van verwarring. Succes en charisma liggen in elkaars verlengde. Succes maakt charismatisch en charisma helpt ook bij het winnen van de harten en geesten van anderen en draagt zo bij aan succes. Maar ik haal ze hier toch even uit elkaar.
Narcisme en succes
Wat betreft hun succes: hun lompe gedrag wordt soms vergoelijkt als een soort prijs die betaald moet worden voor hun ambitie, visie en genialiteit. Voorbeelden zijn Steve Jobs, de oprichter van Apple en Matthijs van Nieuwkerk (‘TV maken is topsport’). De vraag rijst: helpt narcisme om iets te bereiken, of zit het vooral in de weg? (Steve Jobs wordt door Martin Appelo (zelf verklaard narcist) aangehaald als een schoolvoorbeeld van een (collega)narcist.)
Wat de biografie van Ischa Meijer invoelbaar maakt, is hoe zijn trauma als gekwetst kind de grote drijfveer is in zijn leven, iets dat hij zelf ook met zoveel woorden toegeeft. Ischa’s vader bekritiseerde en vernederde hem voortdurend. Met zijn carrière probeert Ischa het ongelijk van zijn vader te bewijzen, of misschien beter: de goedkeuring van zijn vader te winnen. Dus, levert een narcist zijn maatschappelijke prestaties dankzij zijn narcisme? Jazeker, dat laat het voorbeeld van Ischa zien: de tomeloze inzet, het rusteloze willen presteren horen bij het trauma. En ook zijn ‘successen’ bij de vrouwen, zijn casanova complex, kan gemakkelijk worden teruggevoerd op de verbroken intimiteit met zijn moeder. Als geestige man was hij in gezelschap onweerstaanbaar, maar in bed was hij bang voor intimiteit, zo lezen we in ‘IM’.
Charisma
Wat betreft charisma: narcisten kennen vaak twee gezichten. Denk aan Khadija Arib: hoe kan iemand enerzijds voor de buitenwacht zo gevierd zijn en anderzijds zich in hun dagelijkse omgeving zo egocentrisch gedragen (link)? Medewerkers van Steve Jobs hadden het over het 'reality distortion field' om aan te geven hoe groot zijn invloed was op zijn medewerkers. Hoe manifesteren die patronen zich op micro niveau, in het dagelijks verkeer? Worstelt de narcist zelf met die patronen? Hoe ging dat in zijn werk tussen Ischa Meijer en Connie Palmen? Ischa weet Connie met boter en suiker op te eten, zo blijkt uit ‘I.M.’:
Als we de volgende ochtend op het perron van Maastricht staan en wachten op de trein naar Amsterdam, omhels ik hem en ik zeg tegen hem dat ik zou willen dat we voor altijd onafscheidelijk zijn. Hij lacht dan heel verlegen. Op zoek naar twee plaatsen passeren we een moeder en een kind. Het kind ligt tegen de moeder aangeleund. Zo heb ik mij het leven als kind voorgesteld,’ zegt hij even later. ‘Ik dacht als ik zo tegen iemand aan kon liggen, dat ik dan gelukkig zou zijn.’
Connie Palmen, I.M. p. 36/37
Connie en Ischa vonden de geïdealiseerde partner in elkaar. De totale overgave (symbiose) van Ischa en Connie is één van de belangrijkste thema’s van ‘I.M’. Tweezaamheid is dan wel een goede omschrijving, maar meer als een tamelijk benauwende omschrijving van een totale wederzijdse afhankelijkheid, die in mijn ogen past bij een egocentrische relatie. Ze zijn aan elkaar verslaafd (deel 1).
Uit ‘I.M.’ blijkt hoe sterk de wederzijdse aantrekkingskracht en projectie tussen Connie en Ischa is geweest. Alles wat Ischa zegt, heeft een diepe betekenis voor Connie. En voor Ischa is Connie de vrouw die hem gaat redden, die zijn diepe kinderwonden (de afwijzing door zijn ouders) gaat genezen. Zoals ik aangaf in deel 1: de basis daarvan is wederzijdse projectie: het toeschrijven van eigenschappen aan een partner, een leraar of een therapeut, die voortkomen uit een innerlijke behoefte.
Van hemel naar hel
Volgens psychologen wordt de kracht van de projectie bepaald door de onvervulde kinderwensen die eraan ten grondslag liggen. Hoe sterker dat verlangen, hoe sterker de projectie en hoe groter de idealisering van de partner. De keerzijde hiervan is de diepe teleurstelling, vervreemding en onverzoenlijkheid die ontstaat als de partner toch niet het ideaal blijkt te zijn dat erop geprojecteerd werd. Dan verandert de relatie van de hemel in de hel op aarde. De egocentrische en narcistische trekjes van Connie en Ischa klonken ze hecht aan elkaar.
Om terug te komen op de vraag welke rol charisma speelt: in het algemeen denk ik dat narcisten hun charisma ontlenen aan de projecties van hun publiek. De aantrekkingskracht van narcisten zit in de vaardigheid waarmee zij (onbewust) weten hoe zij de projecties van anderen moeten voeden. Zij weten hoe zij zich moeten gedragen om te suggereren dat zij de behoeften van hun publiek zullen vervullen. De bekende psycholoog en auteur van boeken over leiderschap Manfred Kets de Vries benadrukt de rol die volgers spelen in de grootheidswaan van sommige leiders:
Hij noemt vervolgens het voorbeeld van Ronald Reagan, en Donald Trump past natuurlijk ook uitstekend in dat profiel. Het is de dynamiek van een cult, een sekte, waarmee het trumpisme ook vaak wordt aangeduid.
Terug naar Ischa en Connie. Relaties zoals tussen Palmen en Meijer zijn inherent instabiel, omdat het ideaal zijn teleurstelling al in zich draagt. Zou de ontgoocheling ook toegeslagen hebben bij hen? We zullen het nooit weten. Connies document ‘I.M.’, een momentopname van die illusie van een eeuwig, onafscheidelijk samenzijn, is in leven gebleven, paradoxaal genoeg door de dood van Ischa.